Vakantie - Reisverslag uit Sangolquí, Ecuador van Pauline Bakker - WaarBenJij.nu Vakantie - Reisverslag uit Sangolquí, Ecuador van Pauline Bakker - WaarBenJij.nu

Vakantie

Blijf op de hoogte en volg Pauline

15 Januari 2013 | Ecuador, Sangolquí

Ik zit nu bij Hinke thuis in Salgolqui, een plaatsje in de vallei vlak bij Quito. Hinke is nu naar het werk gegaan en ik ben thuis gebleven om mijn achterstallige werk (dit verhaal schrijven) eindelijk te doen. Gisterochtend was ik geland na een rustige vlucht vanuit Lima. Het inchecken ging vlot, de vlucht was rustig en bij de douane hoefde ik niet lang te wachten. Ik had namelijk als tip gekregen om zo snel mogelijk naar de douane te gaan omdat de computers hier nog wel eens langzaam kunnen werken, zo´n vijftien minuten per persoon, dus ik kon als tweede een stempel in mijn paspoort laten zetten. Bij de uitgang stond Hinke te wachten en zijn we naar huis gereden.

Gisteren overdag was Hinke aan het werk en was ik, nadat ik een tijdje had gelezen in een nieuw boek, natuurlijk in slaap gevallen. Toen ik om drie uur weer wakker werd ging ik samen met Mercedes (zij doet hier het huishouden en geen idee wat allemaal nog meer, maar ze is hier van half tien tot half vijf) naar de supermarkt gegaan. We moesten eerst een stukje rijden in de bus. Nou kijken ze je in Peru ook allemaal na (wat went), maar hier voelde het alsof ik echt de enige toerist die ze ooit hadden gezien. Nadat we weer thuiskwamen kwam Hinke ook alweer bijna thuis en hebben we rijst, kip en groente gegeten terwijl we naar een uitzending van Grey´s Atanomy keken. Vanavond gaan we met Marjolein naar de sportschool. Ik ben benieuwd hoe deze sportschool eruit ziet, maar ik denk dat ik blij ben dat ik straks in Nederland weer naar Optisport kan.

Afgelopen weken vond ik het heel leuk dat mijn ouders, Nicolette, Paul en Hinke er waren, maar ook wel lastig. Vier maanden heb ik als het ware ´alleen´ gezeten en vervolgens heb je drie werken lang 24/7 vijf mensen om je heen. Achteraf vond ik het natuurlijk erg jammer dat ze zo snel weer naar huis moesten, maar over iets meer dan vijf weken stap ik in een vliegtuig met dezelfde eindbestemming. In de tussentijd heb ik alleen maar leuke dingen in het vooruitzicht, dus daar moet ik optimaal van gaan genieten voor het halfjaar alweer (zo snel!) voorbij is.

Op kerstavond hadden we m zeven uur afgesproken om allemaal bij Eddie te zijn. Dit ging zoals te verwachten met Peruaanse tijdsbegrippen, want Iris en ik hadden de appeltaart al in de oven staan toen rond een uur of acht Eddie en Lilly binnen kwamen lopen. Eerst zaten we (het gezin, Medy, Iris en haar moeder, Maroeska en een moeder met haar dochtertje van acht) gezellig aan tafel met eten in overvloed: paneton (zoete cake, een gewoonte om hier te eten met Kerst), appeltaart, lasagne, chocolademelk en gluhwein. Nadat we ons allemaal misselijk hadden gegeten gingen we cadeautjes uitpakken bij de Kerstboom. Om twaalf uur gingen we allemaal met een glas champagne de straat op omdat er vuurwerk werd afgestoken. Iedereen omhelsde elkaar en wenste elkaar een gelukkige Kerst. Het voelde wel een beetje raar aangezien wij gewend zijn dat pas bij Nieuwjaar te doen, maar hier doen ze het gewoon twee keer.

De volgende dag ging ik naar het vliegveld om papa en Nicolette op te halen en zijn we daarna naar het hotel gegaan. Na geluncht te hebben (Salchipapa´s als favoriet (patat met een soort knakworsten)) gingen we met Iris en haar moeder naar Chaska Wasi. We hadden paneton meegenomen om uit te delen en de kinderen (en de begeleidster die alles alleen moest doen die dag) vonden het erg leuk dat we er waren. Ik moet toegeven dat ik toch erg op deze kinderen gesteld ben geraakt. In het begin vond ik het lastig om erheen te gaan, maar toen ik met papa en mama erheen ging om afscheid te nemen vond ik dat toch wel erg lastig. Je raakt aan de kinderen gewend, je weet wat ze leuk vinden, hoe je met ze om moet gaan en je bouwt een band met ze op. Een raar gedachte als ik erover nadenk dat ik er nooit meer terug kom.

Toen we weer terug in het centrum van Cusco waren liepen we mama, Paul en Hinke tegen het lijf die net het hotel uit wilden gaan. We zijn weer naar binnen gegaan, hebben coca thee gedronken en bijgepraat. In de paar dagen dat we in Cusco waren voor we naar de Machu Picchu gingen is bijna iedereen wel ziek geweest. Mama regelmatig aan de zuurstof en bij Nico moest er zelfs een dokter bijkomen. Uiteindelijk leek het met iedereen beter te gaan en hadden we onze tassen klaarstaan om twee nachten weg te blijven. Die ochtend bleek echter dat mama heel ziek was geworden en echt niet meekon. Flink balen natuurlijk (vooral voor haarzelf) en uiteindelijk zijn papa, Nicolette, Paul en ik met z´n vieren gegaan.

De rit naar ernaar toe was echt een helse tocht. Na een half uur (we waren net Cusco uit) moest de eerste al kotsen. Achterin de bus, bijna over Paul heen en níet in het zakje dat haar snel was aangegeven. Vieze kotslucht in het busje (de parfum die iemand er later doorheen spoot maakte het er niet veel beter op) en toch maar weer op weg. Wij zaten net bij ´la ventana de emergencia´ dat niet open kon en verder wilde niemand zijn raampje open zetten omdat dat te koud was. Hebben we wel wat van geleerd, namelijk altijd bij een raam zitten die je zelf open kunt zetten in geval van vieze stink luchtjes.

Vervolgens schuurden we door de bergen heen, hebben we dichte mist en regen gehad en kwamen we aan bij het begin van het oerwoud, de hoogte waar ook het toeristische dorp bij de Machu Picchu ligt (2400m). Hier reden we langs diepe afgronden, rivieren die over de weg liepen, smalle bruggetjes en zanderige paden.

Na de lunch werden we na een stukje rijden, het busje uit gezet en moesten we langs de treinrails verder lopen naar het dorp. Het laatste stuk moesten we in het donker lopen en er waren maar een paar mensen met een zaklamp (hadden ze beter van tevoren even kunnen melden dat we die mee moesten nemen), die soms bij wilde schijnen zodat jij het pad goed kon zien maar niet doorhadden dat ze de zaklamp negen van de tien keer te hoog schenen en je daarmee verblindde. Na dik twee uur lopen kwamen we eindelijk in het dorp aan, kregen we avondeten en zijn we snel op bed gegaan, aangezien we de volgende dag vier uur op moesten staan om om vijf uur aan onze tocht naar boven te beginnen.

We begonnen na een kwartier sterk te twijfelen aan onze meegenomen kleding, wij hadden een lange broek, shirt, vest en jas mee, maar het was bloed heet op de weg naar boven. Het was vochtig en warm en al snel besloten we om in ons hempje (Nico en ik dan, papa en Paul droegen gelukkig geen hempje zoals wij) verder te gaan. Na een uur trappen oplopen kwamen we boven aan en konden we achteraansluiten in de lange rij met mensen die ook naar binnen wilden. Wij behoorden, zoals bijna alle mensen daar, tot Grupo Alex (blijkbaar een populaire naam). Gelukkig was er een vlaggetje waaraan we onze Alex konden herkennen. We kregen een rondleiding rond zeven uur en daarna tijd om zo lang als je wilde rond te lopen. Gelukkig begon rond tien uur de mist op te trekken (boven was het heel wat kouder dus kwam onze kleding, met sjaal, goed van pas) en kon je genieten van het spectaculaire uitzicht. Het was heel bijzonder om er rond te lopen en vooral het uitzicht van boven op de berg was prachtig.

´s Middags zijn we naar de Agua Caliente geweest, warm waterbronnen aan de rand van het dorpje. We hadden een lekker bad verwacht maar dat viel wat tegen. Heel veel mensen in een redelijk klein bad met vies grauw water was wat we aantroffen. Er waren meerdere baden, sommige natuurlijk wel frisser, maar de warmste werd bevolkt door heel veel Peruanen. Achja, het was lekker om even in bij te komen van al dat lopen.

De volgende ochtend, op oudjaarsdag, hadden we (thank God, in dit geval mama en Hinke die dat nog geregeld hadden) de trein terug naar Cusco. Gelukkig was mama weer wat opgeknapt en zijn we ´s avonds gezellig uiteten geweest en hebben we daarna Pisco Sour gedronken in een cafeetje boven het Plaza. Iets na twaalfen zijn we naar beneden gegaan om drie rondjes om het Plaza te lopen voor de slang, puma en condor en natuurlijk hadden we iets geels om of aan om voorspoed in het nieuwe jaar te brengen.

Op 2 januari zijn we naar Puno gegaan en hebben we de Titicaca eilanden bezocht. We hadden de standaard tweedaagse trip: op dag 1 naar de Uros eilanden en naar Pachamama of Pachatata lopen op Amantaní, hier overnachten en op dag 2 terug naar Puno, met een tussenstop op Taquile.

´s Ochtends werden we opgehaald en zijn we op de boot naar de Uros eilanden gegaan. Wij zouden de niet zo toeristische-eilanden bezoeken volgens onze gids. En inderdaad, er lagen twee eilandjes in het meer en niet, zoals de vorige keer, een horizon vol met eilandjes. We zijn van boord gegaan, mochten rondkijken (je verbaasd je toch weer over het feit dat er een tv aanwezig is in één van de huisjes) en een tochtje maken op een rieten boot. Persoonlijk vond ik vijf mensen al wel genoeg om het onstabiele gevoel te vermijden, maar de boot werd volgeladen en uiteindelijk zaten we er met een stuk of twintig mensen op want dat wonderriet is o, zo stevig.

Op Amantaní zijn we met pijn en moeite op een hoogte van 4200m naar boven gelopen, regelmatig met onze neus in de muña plant die zou helpen om je meer zuurstof te geven. Deze keer ben ik met papa naar Pachatata gelopen, de tempel Pachamama had ik namelijk de vorige keer al bezocht.

´s Avonds sliepen we met z´n zessen bij de president van die gemeenschap in huis. Je zou een luxe suite boven op het dak van de machtige president verwachten misschien (misschien ook wel niet), maar niets was minder waar. Gewoon een klein huis, vieze slaapkamers, harde bedden, smerige keuken, muizen in de eetkamer en een maaltijd bestaande uit soep (met resten van het eten van de vorige dag), aardappels en één plakje wortel. Achja, voor één nachtje prima te doen.

Papa en mama waren in het kamertje beneden gestopt, waar het tweepersoonsbed zou staan. Waar het op neerkwam was dat ze samen in één bed zonder matras zouden moeten gaan slapen, in een hok zonder licht en blegh. Uiteindelijk zijn ze op de kamer van Paul en Hinke beland, waar drie bedden stonden. Hoe ze het precies hebben gedaan weet ik niet, aangezien Nicolette en ik een, voor die begrippen, heerlijk kamertje hadden met prachtig uitzicht.

Terug zijn we op Taquile uitgestapt voor een wandeling met erg veel tussenstoppen omdat wij een gids hadden die graag minstens een half uur praatte en, als wij geen vragen stelden, zelf genoeg vragen paraat had om aan zichzelf te stellen en vervolgens ook te beantwoorden. Na de lunch zijn we weer naar beneden gelopen en op de boot terug gegaan naar Puno.

De volgende dag was het de mooiste dag van het jaar, namelijk vijf januari op het zuidelijk halfrond. Wat betekend: geen WINTER maar eindelijk eens jarig zijn in de zomer!! Wel een beetje jammer dat we de hele dag in de bus doorbrachten om in Arequipa te komen. Dit wist ik natuurlijk van tevoren maar het viel me toch wel erg tegen hoe erg ongezellig en niet-verjaardag-achtig een bus kan zijn.

Arequipa is verder wel een mooie, en vooral grote stad. Dit hebben papa, Nicolette en ik mogen ervaren toen we een bustour gingen maken. We hadden een tour van twee uur door de stad heen (dachten we) maar toen we na twee en een half uur nóg niet het centrum van Arequipa zagen vonden we dat toch wel een beetje vreemd. Na het gevraagd te hebben aan de gids was het antwoord: ´ Nee, dit is de vieruurs tour. Ooh wacht, jullie zijn die mensen met de tour van twee uur?!´ En hup, we werden in een taxi terug naar het centrum gezet.

Hinke was die ochtend terug gegaan naar Quito en wij reisden met z´n vijven verder naar Ica. In Ica zelf is vrijwel niets te beleven en we waren blij met ons hotel met zwembad om regelmatig in af te kunnen koelen. De volgende dag hadden we aan het eind van de middag (als het niet meer bloedheet zou zijn maar iets afkoelde) een twee uur durende tour in de zandbuggy en met sandboarden.

Dit was echt heel erg leuk om te doen. We stapten in in de buggy, samen met een stuk of negen anderen, en onze bestuurder gaf direct even flink gas zodat je achterin je stoel zat gedrukt. Na een stukje over de weg kwamen we in de zandduinen terecht en kon onze bestuurder zich uitleven. Berg op, berg af, het liefst zo steil mogelijk. Soms een stukje los van de grond erbij en veel bochten. En altijd zand in je mond en ogen. Af en toe gestopt om onze boards te pakken en van een duin af te kunnen gaan. Je kon liggen (maar dan was je verzekerd van zand overal), zitten (voelt veiliger dan liggen maar is veel onstabieler- mama heeft het ervaren) of staan. Ik ging proberen te staan en dat vond ik eng genoeg. Op aanmoediging van iedereen dacht ik dat ik het best wel goed deed, maar als ik de foto´s terug zie is het maar al te duidelijk: ik heb geen aanleg voor sandboarden (laat staan dat ik ooit snowboarden zou proberen. Skiën is al een ramp).

Daarna zijn we doorgereist naar Paracas. We zijn in een privé vervoersmiddel (wij dachten een busje, maar we werden gewoon in een 4p auto gepropt met z´n vijfen. Nicolette en ik dus samen voorin op één stoel) hier naartoe gebracht. De vorige avond hadden we namelijk een taxi chauffeur die ons wel kon brengen. Een enorme praatjesmaker. Hij heet Leonardo, maar noemt zichzelf ook wel Mister Lama (verwijzing naar de Inca´s/voorouders/weet ik veel wat), heeft een paar maanden een Nederlandse vriendin gehad en gaf salsa les. Hij deed zelfs een proefles in de auto met de radio op vol volume en veel oehoeh uit zijn eigen mond en geschud op zijn stoel. Maargoed, hij had een vriend die ons naar Paracas bracht en anderhalf uur in de auto was heel wat comfortabeler dan drie uren in een bus met tussenstops.

In Paracas hebben we twee dagen in het Double Tree Resort by Hilton gezeten. Super luxe, heel heel mooi en het is dan ook zeker gelukt om bij te komen van al de busreizen en heerlijk te genieten. Het ontbijt was goddelijk, het zwembad niet te koud en de ligbedden lagen lekker om te lezen. Iedereen vond het jammer dat we na twee nachtjes weggingen, niet alleen omdat het hotel zo fijn was, maar ook omdat Lima ons eindpunt zou zijn.

In Lima zaten we in een appartement in de wijk Miraflores. Een heel leuk wijkje vlak bij de kust, met leuke winkels en een centraal park. Er was een groot winkelcentrum en ik kon mijn geluk niet op: eindelijk, na vier maanden alleen maar peruaanse marktjes gezien te hebben, westerse winkels vol met leuke kleding om te kopen! Ik heb wat dingen gekocht en mijn oude(re) kleding of achtergelaten of in de tas terug naar Sneek gestopt. Over vijf weken ga ik er tenslotte zelf al achteraan..

  • 22 Januari 2013 - 17:50

    Oma:

    Hallo Pauline,
    Wat een leuk verslag om te lezen.
    Nu ben je zeker bij Hinke, gaat alles goed.
    Nu komt Arno al vlug, en dan weer op reis, laat maar weer van je horen.
    Leuk hoor. Liefs Oma, ook groeten voor Hinke, hoe bevalt het Hinke zo'n grote "dochter"in huis?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Pauline

Actief sinds 21 Aug. 2012
Verslag gelezen: 440
Totaal aantal bezoekers 14064

Voorgaande reizen:

02 September 2012 - 22 Februari 2013

Een klein begin

Landen bezocht: